Stille Rik

Rik komt naar me toe met een tekening. Ik kijk en zie een kerstman.
Wat ben ik blij met zijn tekenwerk! Eindelijk laat Rik zien dat hij kind kan zijn. Sinds de Sinterklaastijd zie ik alleen nog maar geknutselde mijters langskomen (elke dag maakte hij er wel één) en tekeningen van Sinterklazen met zwarte Pieten, huizen, bomen…. Rik is een Maleisisch kind dat nog maar een jaar in Nederland is. Met zijn Maleisische moeder en Nederlandse vader. Zijn moeder spreekt gebrekkig Engels en moeizaam Nederlands. Zijn vader zien we niet en waarschijnlijk ziet Rik hem ook weinig, want die man werkt de lange dag door.

Rik kwam bij mijn collega in de onderbouwgroep op school in de wintertijd. Wat een overgang moet dat geweest zijn voor hem: vanuit dat warme klimaat naar de winterkou die er toen in Nederland was.
Hij heeft een tijdje kunnen wennen aan ons onderwijs, onze cultuur, ons land. Na de zomervakantie kwam hij bij mij dus in een andere groep met 2 juffen. Ook veel grote kinderen. Slechts drie kinderen zijn er direct bekend voor hem, vanuit de onderbouw. Rik zwijgt… We geven hem de tijd om alles aan te zien. Maar als ik wat vraag, knikt hij meestal snel. Hij maakt sommetjes met het door ons aangeboden materiaal. We leren hem de letters die hij nog niet kent. Verder zit en zwijgt hij als de dag begint en wij niets met hem ondernemen. Maar … ook buiten staat hij maar aan de zijkant van het plein. In zijn te korte broek, zijn te dunne gymschoentjes, zijn te dunne jasje. Dan begin ik een gesprek en komt er langzaam uit dat hij wel van voetbal houdt. Ik stimuleer hem dan ook te vragen aan de voetballers om mee te mogen doen. Nee, dat doet hij niet. Ik laat het weer even. Maar bij de volgende pauze geef ik hem een zetje en zeg hard tegen de anderen: 'Rik doet graag mee, hoor. Komt ie.'
Meteen wordt hij door de grotere jongens meegetroond. De schatten!
Sindsdien voetbalt hij mee.

En nu tekent hij, uit zichzelf! Onlangs zat hij driftig iets van een tekening uit te gummen. Ik vroeg hem wat hij aan het doen was. Het was te donker. Ik zag inderdaad een blauwe achtergrond die op die plek wel erg dik blauw was. Ik vroeg hem wat dat blauw was. 'De nacht', zo zei hij. 'Tja', dacht ik even hardop,'dat is wel een stukje erg donkere nacht. Maar… weet je in de nacht kan de maan schijnen en dat maanlicht geeft over de hele hemel een mooie lichte glans. Ook als je er sterren bij maakt!'
Ik pakte een denkbeeldig geel potlood en deed voor hoe je dan over het blauw heen kunt kleuren, heel licht.
Rik knikte en begon te stralen. Ik ging weg en later kwam hij vol trots zijn maannacht laten zien. Ik vroeg hem of hij zijn tekening wilde ophangen of meenemen. Nee, die moest mee naar mama.

En elke keer weer vraag ik hem te praten, omdat ik hem dan veel beter kan begrijpen en ook veel beter kan helpen.
Deze dag staat hij bij me met zijn kerstmantekening. Hij straalt , maar zwijgt weer. Ik ben zo blij dat ik vergeet te doen alsof ik hem niet begrijp en zeg spontaan: 'Wat mooi, Rik, dat is volgens mij de kerstman. Toch? Rik knikt. O ja, denk ik, ik wil proberen of hij los kan komen van mensen tekenen met ledematen stijf tegen de romp aangeklemd. Hoe ga ik dat bereiken?
Ja! Ik vraag Rik of hij ook kinderen erbij kan tekenen die naar de kerstman zwaaien. Rik schudt zijn hoofd. 'Nee?' zeg ik verbaasd en doe voor met mijn armen hoe dat eruit kan zien: een zwaaiarm. 'Nou', zeg ik, 'als je nu weer eens een kersttekening maakt, misschien kun je dan eens proberen of je zwaaiende mensen erbij kunt tekenen.'
En ik laat hem gaan.

Na enige tijd staat hij weer bij me. Ik zit op dat moment achter mijn bureau en zeg plagerig: 'Wat kom je doen?'
Hij lacht en trekt al mijn bureaula open.
'Nou?' houd ik aan.
Rik zegt keurig: 'Ik wil je puntenslijper lenen.'
O, wat ben ik blij met deze volzin!!! Maar ik laat niks merken.
Na een tijdje komt hij weer. Ik reageer opnieuw met: 'En wat kom jij nu doen?'
Rik lacht hartelijk : 'Ik kom weer je puntenslijper lenen.' 'Alweer?' zeg ik . 'Ja', zegt Rik, 'nu voor een ander potlood.'
'O', zeg ik, 'dan is het goed.'
En dan kan ik het niet laten en trek hem even naar me toe en prijs hem om zijn uitleg met woorden: 'Ik vind het zo fijn dat je tegen me praat, dan begrijp ik jou meteen zo goed!'
En dan staat hij na een tijdje alweer bij me! 'Wat kom je nu dan weer doen?' vraag ik oprecht verbaasd,'Toch niet weer een punt slijpen?'
Maar Rik houdt een tekening in de lucht en duwt deze onder mijn neus.
Ik zie een ….zwaaiende kerstman!
Helemaal gelukt….
Samen hangen we deze prachttekening op. Per ongeluk hang ik hem verkeerd om. 'Nee', zegt Rik, 'hij moet zo, want dat vind ik mooier.'